Uit den Bozen

Vanmorgen ontbijten met elkaar, ja dan wordt het toch later vertrekken dan je had gedacht. We vertrekken afzonderlijk. Lieve heeft nog boodschappen te doen en wil zich niet haasten. Bij de Bäckerei brood gehaald. Een andere klant dacht dat Marianne wel veel tijd nodig zou hebben, nou mooi niet..... Meneer kreeg zelfs een rood hoofd toen Marianne tegen de bakkersvrouw opmerkte, "So wahr in 2 Minuten, das ist schnell".
Het is nog fris, 11 graden. De zon schijnt al over de bergen en verwarmt het dal. We besluiten om toch maar niet de Selvio te fietsen, er ligt sneeuw op de bergtoppen. Meerdere fietsers gaan bepakt op pad, een enkeling zonder bagage. Het fietspad is door de boomgaarden die er in het dal van de Etsch/Adige zijn. Er is veel bedrijvigheid, de appels worden geplukt. Kleine tractoren rijden af en aan om alle kratten te verplaatsen. We zien Putters, Kramsvogels en Roodstaarten boven de appelbomen vliegen. Bij de dorpjes Zwaluwen en Mussen. Het fietspad door de boomgaarden is verhard, logisch voor al het "werkverkeer", maar zodra het pad door het bos loopt wordt het onverhard en meer glooiend. Dat zijn wel korte stukjes, maar we moeten oppassen dat we niet wegslippen. Bij Laas zien we restanten van een aquaduct, het is nu een ruïne, maar eens was het functioneel. We passeren wildroosters voor het vee, zodat ze zonder omheining of menselijk toezicht kan rondlopen door de bossen. Wanneer we Latsch bereiken zoeken we een bar voor koffie, 23 kilometer en 16 graden. De Spitalkirche werd in 1414 ingewijd door de Paus, onderweg naar het concilie van Konstanz. Voor de Süd-Tirolers is dit erg belangrijk.
Door het warmer worden krijgen de insecten ook meer zin om rond te vliegen. De Bijen zoeken hun honing in de beplanting naast het pad. De bijenkasten staan aan de rand van sommige gaarden of bij boerderijen.
Bij het passeren van verschillende dorpen zien we veel schuren en opslagplaatsen met zonnepanelen, zelfs tegen de wanden zijn de panelen aangebracht. Bijna elk dorp heeft zijn eigen opslagplaats voor het fruit. Tegen de hellingen zien we nu ook wijngaarden aangeplant. Op de rivier zijn 3 groepen aan het raften, ze gaan best wel hard. Terwijl we de rafters nakijken zien we een Waterspreeuw. Koploper wil er graag een foto van nemen, maar het lukt niet. Wat wil je ook met zo'n vogel, die is watervlug.
Een aantal kilometers voor Meran/Merano houden we onze lunchstop, 45 kilometer en 18 graden. Onder de wijnranken die langs het wandelpad staan en een soort dakje vormen voor schaduw. We proeven de druiven, ze zijn heerlijk zoet. De Hagedissen warmen zich op de stenen tegen de helling. Wij laten ons ook door de zon verwennen. Wanneer we alle tassen weer dichtmaken en willen weggaan komt Lieve net aanrijden. Gezamenlijk rijden we verder tot Meran/Merano, daar heeft zij een overnachting in de jeugdherberg geboekt, ze wilde deze dag niet lang fietsen. Wij rijden verder door het dal, langs een opslagplaats voor appels, je ruikt hoe het sap en moes wordt gemaakt. Was de rivier vanmorgen nog 3 á 4 meter breed, hoe verder we die volgen hoe breder, bij Bozen wel 12 á 15 meter. Langs het pad zien we veel Reseda, Sepia, Ballote, Herfstasters, Vogelwikke, Luzerneklaver, Zeepkruid, Stalkruid, Avondkoekoeksbloem en Hop. De Luzernevlinder, Koolwitje en Hooibeestje fladderen erboven rond. Een slang, waarschijnlijk een Adder, schoot van het fietspad de berm in, toen wij langsfietsten. Maar hij was te snel.
Rond 16.00 uur komen we bij de plaats Bozen, hier willen we graag overnachten, we rijden richting centrum, kijken rond en uiteindelijk komen we terecht bij het VVV. Helaas is er geen mogelijkheid voor een overnachting. Alles is vol vanwege een congres en uitwisseling met studenten, zelfs de jeugdherberg heeft geen bed meer over. We krijgen de tip om via Booking te kijken waar er plaats is op onze route en daar te boeken.
Het eerstvolgende hotel met een kamer vrij is in Ora/Auer 15 kilometer verder dan Bozen, we zullen eerst 5 kilometer moeten rijden om de stad uit te komen. Ach, het is niet verder dan van huis even naar Ouddorp te fietsen.
We bereiken om 17.30 uur het hotel. Lekker in bad, daarna eten en met de beentjes omhoog.
Vandaag 106 kilometer, 239 klimmeters, maximale temperatuur 27 graden.

Rinus: Iedereen kon verder fietsen.

Bep en Henk: Ik snap waarom jullie van Nauders naar Verona zijn gefietst, het is allemaal afdalend. En zonder bagage? Hebben jullie wel getrapt?

Leo: Koploper houdt alleen maar van "uitzichten". Foto's van plantjes willen wel eens mislukken.

Jos en Anja: Het geluid van de motoren stoort ons niet, wel denkt Marianne dan wel eens "mag ik van u een lift meneer? Toe laat me hier niet staan". Het ritme voor mijn benen. Soms ook ander lied hoor. Met tegenwind vaak "Hoe sterk is de eenzame fietser".

Jura: Azië?! Ik wil er niet eens aan denken om daar te gaan fietsen